PARTICIPATIEWET 125.000 banen? Hoe dan?

PARTICIPATIEWET 125.000 banen? Hoe dan?

 

Door Ton Veraart: In de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen van 18 maart gaan we met D66-ers uit Brussel, Den Haag en Biervliet op bezoek bij bedrijven in Zeeland.

Daarbij kiezen we bewust voor innovatieve bedrijven zoals AWWS in Kapellebrug en DOK41 op de Kenniswerf in Vlissingen, maar ook plannen we twee bezoeken aan SW-bedrijven.

Zowel bij De Zuidhoek op Schouwen-Duiveland als bij Orionis Walcheren laten we ons informeren over de praktijk van nieuwe wetgeving, met name de Participatiewet. Uiteraard gaat het ook over gevolgen van de korting op het budget voor de sociale werkvoorziening.

De situatie van mensen met een arbeidsbeperking die kunnen werken, maar geen werk kunnen vinden, is een belangrijk maatschappelijk probleem. Het gaat om honderdduizenden mensen, waarvan velen beschikken over talenten die ingezet moeten worden om de BV Nederland draaiende te houden.

Werkgeversorganisaties hebben zich niet bepaald gehaast om hun leden te betrekken bij of te activeren voor de afspraak om 125.000 banen te realiseren voor deze doelgroep. In Zeeland belegt de BZW over enkele maanden informatiebijeenkomsten hierover. MKB Zeeland is onlangs opgeheven waardoor het dus extra lastig wordt om het regionale bedrijfsleven medeverantwoordelijk te maken.

Opmerkelijk is dat bijna niemand rekening houdt met invoering van een overdraagbaar quotum, hoewel die mogelijkheid toch wel degelijk bestaat. 
We willen ook nadrukkelijk kijken of de huidige Sociaal Plan-afspraken en de definitie van de Participatiewet voldoende mogelijkheden bieden om die maatschappelijke verantwoordelijkheid hiervoor te kunnen nemen. Een voorbeeld waar dit vraagstuk speelt, zijn kennisintensieve organisaties waar heel veel eenvoudig werk is verdwenen door automatisering dan wel is uitbesteed. Deze organisaties zijn gebaat bij een tweetal aanpassingen:

  • het verbreden van de doelgroep tot alle medewerkers met een arbeidsbeperking. Daarbij speelt het risico dat ook beperkingen meetellen die feitelijk op de arbeidsmarkt niet leiden tot een echte achterstand (of achterstelling).
  • het meetellen van medewerkers van andere bedrijven, die bij de kennisintensieve organisatie werkzaam zijn. Voor de hand liggende voorbeelden vinden we in catering, schoonmaak, beveiliging en andere vormen van arbeidsintensieve dienstverlening.

Het laatste punt ligt nog open, het eerste is vooralsnog niet aan de orde.

Wij voorzien dat in de praktijk behoefte blijft aan begeleidingscapaciteit om de inschakeling van mensen met een beperking goed te laten verlopen. Reguliere bedrijven kunnen wellicht wel voldoende arbeidsplaatsen bieden, maar mengen `koud water vrees` met praktische bezwaren. Mede daarom houden wij oog voor de opgebouwde kennis en ervaring van organisaties zoals De Zuidhoek in Zierikzee.

Als SW-bedrijf heeft de organisatie een prima trackrecord, zowel in bedrijfseconomisch opzicht als qua maatschappelijke prestaties. Dat geeft recht van spreken. De bezorgdheid van directeur Jos Rijk en zijn management team over nieuwe taken en doelstellingen nemen wij serieus. Ook na de verkiezingen houden we contact en volgen we de ontwikkelingen. Het is immers aan de politiek om kritisch te kijken naar de uitvoering, maar ook om bij te sturen waar de resultaten tegenvallen.

Geen dogma´s, dus ook niet wat betreft de ongewenste invoering van de Quotumwet . Ik hoop dat dit niet hoeft en dat de resultaten zowel voor de Wajongers als overige arbeidsbeperkte mensen voldoende perspectief biedt dat allen een baan vinden, die duurzaam is en past bij hun talenten. En dat een (overdraagbaar) quotum daarmee niet meer relevant is, omdat iedere organisatie z’n verantwoordelijkheid kan en wil dragen.